Vrijwel elk jaar is er een voedselschandaal. Deze zomer zijn het de eieren met fripronil als boosdoener. Enkele weken geleden had niemand nog gehoord van het bestaan van dat middel. Nu zijn er al meer dan 16 landen waar die naam rondwaart. Met een enorme schade voor de eiersector tot gevolg.

De bron van dit schandaal is een frauduleuze ondernemer, die fipronil toevoegde aan (o.a.) het natuurlijke middel DEGA16. Dit middel, bestaande uit menthol en eucalyptus, is toegelaten bij biologische kippen (volgens het EKO-keurmerk). En zo kon het dus gebeuren dat er zelfs biologische eieren besmet zijn geraakt.

Alleen de biologisch-dynamische eieren (Demeter-keurmerk) bleken altijd vrij van besmetting met fipronil.

Het blijkt maar weer eens hoe kwetsbaar onze voedselproductie is. Naar mijn mening wordt er ook bij andere producten soms gewerkt met niet toegestane chemische middelen. Dat kan ik niet bewijzen, dat is een vermoeden.

Mijn vermoeden komt voort uit “economische logica”.

In Nederland besteden we gemiddeld zo’n 10% van ons inkomen aan eten en drinken. In 1938 was dat nog 30%. Dat heeft te maken met het toenemen van onze welvaart. Daarnaast is de prijs van ons voedsel relatief laag. We betalen weinig voor eten en drinken. Supermarkten beconcurreren elkaar fors. Niet de kostprijs van een product is bepalend, maar het grootwinkelbedrijf bepaalt de prijs. De producent van voedsel, de boer, ontvangt daardoor regelmatig minder dan de kostprijs voor zijn product.  

De enige invloed die een gangbare boer heeft op zijn inkomen is het verlagen van de kosten en het verhogen van de oogstresultaten. Als de prijzen slecht zijn (lager dan de kostprijs) dan is het inzetten van malafide middelen om het inkomen te verbeteren niet geheel ondenkbaar geworden. Daar hoeft de boer zelf niet eens bij betrokken te zijn. Dat blijkt wel uit de fipronil-affaire, waar boeren geen kennis hadden van het toepassen van dat verboden middel.

Het middel fipronil is al veel langer gebruikt. Het is niet eerder ontdekt omdat er niet naar gezocht is. Je vind een gifstof pas er je er bewust op gaat testen. Dat is geen prettig idee. Welke stoffen zitten er in voedsel die er niet in horen, maar waar nog niet eerder op getest is?

Wat is hier het verschil tussen gangbaar en biologisch?

Ik hoor je denken…. Is biologisch eten dan wèl veilig?
Dat kan niemand voor 100% garanderen. Wat wel kan is de productie van biologisch voedsel goed controleren. Daar hebben we naast de NVWA ook SKAL voor. SKAL bewaakt het biologisch keurmerk en controleert de teelt. Ten opzichte van gangbare productie is er dus meer controle.

Veel belangrijker lijkt mij het feit dat je voor biologisch een eerlijke prijs betaalt. Een prijs die is gebaseerd op de kostprijs. Een prijs die boeren en toeleveranciers niet in de verleiding brengt om frauduleus te handelen.  

Als je kijkt naar de veiligheid van ons voedsel is deze in de biologische landbouw beter te bewaken dan in de gangbare.

Mijn stelling: Biologisch eten is veiliger!