Knolselderij (Jan Overesch, Raalte)

Van onder tot boven een lekker ding :)!

Knolselderij is de stevige knol van de selderijplant. De knol groeit voor een deel onder de grond en wijkt daarin af van zijn familieleden: de bladselderij en bleekselderij. De knol is bruingeel van kleur, het vruchtvlees is lichter en heeft een milde, kruidige smaak. Vooral de knol is belangrijk voor de teelt, maar je kunt ook de bladeren eten, bijvoorbeeld in de soep. Vaak wordt in het vroege voorjaar knolselderij met een toefje loof in de handel gebracht. Knolselderij is lekker stevige winterkost.

Wat kan ik met knolselderij?

  • stoven met blokjes winterwortel
  • gekookt serveren met kerrie-, mosterd- of tomatensaus
  • dunne reepjes in salade met walnoten, appel en een dressing van yoghurtmayonaise
  • gekookt bestrooien met kaas en gratineren in de oven
  • blokjes in groente-, tomaten- of erwtensoep
  • gepureerd met aardappels, lekker bij wild

 

Was de knolselderij grondig onder stromend water en borstel de grond zo nodig weg. Snij voor gebruik de knollen in plakken. Schil de plakken en snij ze in reepjes of blokjes. Om de verkleuring bij het koken tegen te gaan kun je hem direct na het snijden besprenkelen met wat citroen of azijn. Dit is echter niet strikt noodzakelijk, tegenwoordig verkleurt de knolselderij bij het koken minder dan vroeger.