Spinazie

Spinazie is een verzamelnaam voor een groen blad met harde nerven. Echte spinazie behoort tot de familie van de ganzenvoetachtigen, waartoe ook de rode bietjes en de warmoes behoren. Echte spinazie is een éénjarig gewas. Vroeger was spinazie een verzamelnaam voor bladgroente zoals zuring, postelein en raapstelen.

Spinazie is nu het jaar door te krijgen. De bladeren worden geoogst zolang ze jong en mals zijn en voordat de plant begint te bloeien. In het najaar is kleinbladige kasspinazie te verkrijgen die geschikt is voor salades. Let er bij de aankoop op dat de bladeren er fris groen en stevig uitzien. Verslenste, gele of gekneusde bladeren zijn af te raden. Spinazie bestaat overwegend uit water en is dus zeer kwetsbaar. Gebruik de spinazie het liefst op de dag van de aankoop.

Spinazie kan zowel rauw als gekookt gegeten worden. Ze smaakt heerlijk in salades met vinaigrette of als broodbeleg. Om de spinazie te koken volstaat het een beetje water toe te voegen en de pan met een deksel te sluiten. Laat dan uitlekken of duw het kookvocht uit de spinazie. Spinazie slinkt erg tijdens het koken, zodat je vertrekt van een groot volume om een kleine portie over te houden. Misreken je echter niet: 200 tot 300 gram rauwe spinazie per persoon is voldoende. Spinazie kan je koken, in een klontje boter stoven of met andere groente roerbakken. Werk af met boter, geraspte belegen kaas, nootmuskaat, een beetje knoflook (geperst of poeder) of citroensap. Spinazie met een melksaus of met room is een klassieker. Spinazie is lekker bij kalfsvlees, gevogelte of vis. Je kan spinaziesoep maken of de spinazie verwerken in omelet en quiche. Spinazie is ook geschikt om vlees of vis mee op te vullen.

Spinazie is niet geschikt om achteraf op te warmen, want de bladeren bevatten nitraat. Bij opwarming wordt deze stof omgezet in nitriet en dit is schadelijk voor de gezondheid.