Avocado


De avocado, ook wel advocaatpeer genoemd, is een groene vrucht die groeit aan de advocaatboom. Rijp is een avocado zacht als boter. Het vruchtvlees is zeer vet, het vetgehalte kan oplopen tot dertig procent. De schil is relatief hard, donkergroen (soms tot zwart) en licht geribbeld. Binnenin bevindt zich een relatief grote, ronde pit. Deze wordt voor consumptie verwijderd. De vrucht kan ongeveer een vuist groot zijn.


De naam avocado komt uit het Nahuatl, de taal van de oorspronkelijke bewoners van Mexico: de Azteken, Tolteken en Nahua. Daar betekende het woord ook ‘teelbal’.


Naast vitaminen zit er ook veel oliezuur in, een enkelvoudig onverzadigd vetzuur dat gunstig is voor het cholesterolgehalte van het bloed. Daarnaast zijn ze een rijke bron aan kalium, een mineraal dat je hart en bloedvaten gezond helpt houden Ook het vezelgehalte mag er met 10 gram per vrucht wezen. En dat is weer goed voor de werking van de darmen. Er zijn verschillende soorten avocado’s. De Hass avocado met zwarte schil wordt door liefhebbers als het lekkerste gezien.

 

Wat kan ik met avocado?

- halveren, iets uithollen en vullen met garnalen- of kipsalade - pureren, vermengen met gehakte ui en tuinkruiden als broodbeleg - als voorgerecht, besprenkel een halve avocado met citroensap, zout en peper - in fruitsalade met banaan, peer en sinaasappel - in groentesalade met paprika, tomaat en maïs - in soep: roer avocadopuree door de bouillon - guacamole van maken (pureren, mengen met knoflook, cayennepeper en citroensap)